De ‘Vergeten Holocaust’ krijgt een plek
Zoni Weisz onthulde met Bondskanselier Angela Merkel het Sinti en Roma monument in Berlijn
Zoni Weisz, lid van de Cliëntenraad voor Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen, zet zich in voor de Sinti en Roma gemeenschap binnen en buiten onze grenzen. Op 21 juni 2012 ontving hij hiervoor het Bundesverdienstekreuz 1e klasse van de Duitse overheid. Namens de Europese Sinti en Roma gemeenschap hield hij bij de onthulling van het Sinti en Roma monument bij de Rijksdag in Berlijn op 24 oktober 2012 een toespraak. Hieronder volgt een samenvatting.
Een gedenkwaardige dag
Mevrouw de Bondskanselier Angela Merkel, dames en heren, ‘Latcho Dives Mare Sinti oen Roma’. Een speciaal welkom aan alle overlevenden van de genocide op Sinti en Roma. Het is juist voor u, de overlevenden, een bijzondere dag. Een dag met een dubbel gevoel, aan de ene kant de vreugde dat dit monument nu eindelijk overgedragen wordt, en aan de andere kant het onvermijdelijke terugdenken aan die verschrikkelijke naziperiode en aan onze geliefden die de waanzin niet overleefd hebben. Voor mij als overlevende is het een bijzondere eer, maar ook heel emotioneel, om hier vandaag te mogen spreken. Te mogen spreken als vertegenwoordiger van die honderdduizenden Sinti en Roma die ten offer vielen aan de nationaalsocialistische rassenwaan. Na vele jaren van voorbereiding en na de vele problemen die overwonnen moesten worden is het dan zo ver. Op deze prachtige plek in het centrum van Berlijn mogen we de overdracht meemaken van ons monument ter nagedachtenis van de door de nazi’s vermoorde Sinti en Roma. Een bijzonder, interessant en mooi monument, ontworpen door de Israëlische kunstenaar Dani Karavan.
Dit monument is de tastbare erkenning van ons leed
Helaas is het voor veel overlevenden inmiddels te laat, maar voor die enkelen die dit nog mogen meemaken en voor hun familie beschouw ik dit monument als een vorm van ‘Wiedergutmachung’. Dit monument is de tastbare erkenning van het door ons volk doorstane, niet te bevatten, leed. Ik hoop dat net als bij het monument voor de door de nazi’s vermoorde Joden, hier op een steenworp afstand vandaan, de wereld zich zal realiseren welke verschrikkingen ons volk heeft moeten doormaken tijdens de naziperiode. Xenofobie en racisme zijn van alle tijden en voor Sinti en Roma was vervolging en uitsluiting niets nieuws. Reeds honderden jaren werden we vervolgd, maar dat de vervolging door de nazi’s deze vormen zou aannemen had niemand ooit kunnen vermoeden. Al meteen na de machtsovername door Hitler in 1933 werden Sinti en Roma naar concentratiekampen zoals Dachau en Sachsenhausen gedeporteerd. Omdat ze waren wie zij waren, Sinti en Roma. Totale waanzin! Dat het Sinti en Roma, maar ook de Joden, slecht zou vergaan was toen al duidelijk. Stap voor stap werden we van al onze rechten beroofd. We werden geïdentificeerd, geregistreerd, geïsoleerd, beroofd, gedeporteerd en uiteindelijk vermoord. Een zinloze, industriële moord was het, op weerloze, onschuldige mensen, bedacht en zorgvuldig uitgevoerd door fanatieke nazi’s en bureaucraten. Misdadigers, die hiervoor een legitimatie vonden in hun rassenwetten. Een half miljoen Sinti en Roma, mannen, vrouwen en kinderen, zijn tijdens de Holocaust vermoord. Niets, bijna niets, heeft de maatschappij hiervan geleerd anders zou men nu op een andere manier met ons omgaan. Weinig, heel weinig weet de wereld van de volkenmoord op Sinti en Roma. Zelfs tijdens de Neurenbergse processen werd er maar summier over het lot van Sinti en Roma gesproken. Ik hoop dat met de onthulling van dit monument, de ‘Vergeten Holocaust’, zoals ik het noem, niet langer vergeten zal zijn en de aandacht krijgt die het verdient.
Het laatste wat ik van mijn geliefden zag
Vandaag kan ik hier bij u zijn omdat ik op een wonderbaarlijke manier ben ontsnapt van het zogenaamde ‘Zigeunertransport’ van 19 mei 1944, vanuit kamp Westerbork naar Auschwitz. Ook ik moest, als zevenjarig jongetje, met dit transport worden gedeporteerd en stond samen met mijn tante Moezla en een kleine groep familieleden op het perron te wachten op de trein naar Auschwitz. Daar kwam de trein, waar mijn vader, moeder, mijn zusjes en broertje reeds inzaten. Ik zag onmiddellijk waar ons gezin was omdat mijn vader het blauwe jasje van mijn zusje voor de tralies van de veewagon had gehangen. Als ik mijn ogen sluit kan ik nu nog voelen hoe heerlijk zacht mijn zusjes jasje aanvoelde. Ook wij moesten bij dat transport naar Auschwitz gevoegd worden, maar met de hulp van een ‘goede’ politieagent wisten we te ontsnappen. Op het laatste moment schreeuwde mijn vader nog wanhopig ‘Moezla zorg goed voor mijn jongen!’ Dat is het laatste wat ik van mijn geliefden zag. Dit beeld zal voor altijd op mijn netvlies gebrand staan. Ik was alleen. Als kind van zeven jaar oud ben je dan alles kwijt en val je in een onpeilbaar diep gat.
Ik heb het al vaak gezegd, maar juist vandaag, hier op deze plaats, moet ik er met u over spreken. Vaak, ook vandaag, moet ik aan mijn moeder denken die in het ‘Zigeunerlager’ in Auschwitz-Birkenau onder de meest verschrikkelijke omstandigheden voor mijn zusjes en broertje zorgde. We kunnen ons geen voorstelling maken van het onvoorstelbare lijden dat mijn moeder en al die andere moeders hebben doorgemaakt, waaronder de meest verschrikkelijke medische experimenten op hun kinderen. Uiteindelijk werden in de nacht van 2 op 3 augustus 1944 de resterende 2.900 vrouwen kinderen en ouderen uit het ‘Zigeunerlager’ vergast, ook mijn moeder, mijn zusjes en mijn broertje. Dat is de reden waarom we vandaag hier bijeen zijn. We hebben nu een eigen plaats om onze vermoorde geliefden te herdenken.
Een monument van hoop
Dit is een monument van erkenning. Erkenning van het ons aangedane leed. Het is een monument van bezinning, maar ook een monument dat vragen oproept. Hoe was het mogelijk dat zoveel onschuldige mensen werden vermoord? Hoe was het mogelijk dat zoveel mensen wegkeken en dachten dat het zo’n vaart niet zou lopen? Hoe was het mogelijk dat er zoveel mensen meelopers werden en daarmee medeschuldig werden aan de grootste misdaad in de geschiedenis van de mensheid? We moeten lessen trekken uit de geschiedenis. Het kan en mag niet zo zijn dat onze geliefden voor niets gestorven zijn. We moeten, met alle democratische middelen die ons ten dienste staan, zorgen dat dit soort verderfelijke ideologieën in de toekomst geen kans meer krijgen. We hebben de opgave de voorwaarden te scheppen dat minderheden in vrede en veiligheid kunnen leven. Dit is ook een monument van hoop. Hoop dat iedereen, ongeacht afkomst, huidskleur of religie gelijke rechten en gelijke kansen heeft. Hoop dat die rechten in de praktijk ook erkend en gehandhaafd worden. Hoop dat het fascisme, racisme, antisemitisme en antiziganisme dat zich in vele landen weer manifesteert, niet de vormen aanneemt zoals in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Hoop dat we uitingen van vreemdelingenhaat voortaan niet meer zullen tolereren. Hoop dat we de verschillen tussen culturen en volken zullen respecteren. Dames en heren, ik wil eindigen met de hoop uit te spreken dat dit monument een plek wordt van overdenking, een plaats van bezinning en dat het zal bijdragen aan meer begrip voor elkaar zodat we met elkaar in vrede en vriendschap kunnen leven. Dank u.
Toespraak van Zoni Weisz, in SVB/PUR-cliëntenblad Aanspraak, December 2012.
Andere verhalen over de oorlog
Wilt u nog meer verhalen over de oorlog lezen?