Geen gebaar, maar restitutie!

Ronny Naftaniel over de erkenning van de Joodse morele aanspraken


1.  Wat is uw achtergrond en welke betrokkenheid heeft u bij de tegoedendiscussie?
 
Ik ben directeur van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Als CIDI-directeur ben ik ook bestuurslid van het Centraal Joods Overleg (CJO). Het CJO voerde de gesprekken met de Nederlandse regering. Ik ben tot woordvoerder gebombardeerd, vandaar dat mijn gezicht regelmatig opduikt in de media. Ik ben heel actief betrokken geweest bij de onderhandelingen met de regering, verzekeraars en banken. Drie-en-een-half jaar geleden begon het CJO intern de discussie naar aanleiding van de Zwitserse bankaffaire. Het CJO was vier jaar geleden opgericht. Wij hebben toen een meldpunt voor Joodse oorlogsclaims ingesteld. Bij dat meldpunt liggen nu 6.000 claims van Joodse slachtoffers en nabestaanden. Dat geeft wel aan hoe hevig het leeft.
 
 
2.  Waarom is er niet eerder actie ondernomen?
 
Misschien dat je enorm veel tijd nodig hebt om het leed eerst zelf te verwerken en dan diep moet ademhalen om over je eigen bezittingen te beginnen. We hebben altijd gezegd dat het ons niet gaat om een gebaar of om een vergoeding van leed. Wat wij vooropstelden was dat de regering, verzekeraars en banken zaten op geld dat van de Joden was, dat in de oorlog of na de oorlog van de Joden is ingehouden of gestolen. Dus wij wilden geen gebaar, maar restitutie. 
 
 
3.  Zijn er voldoende bewijzen van wat geroofd is? 
 
Ja, dat hebben de onderzoekscommissies aangetoond. Met de regering hebben we in april 2000 een heel net akkoord gesloten van 400 miljoen gulden, waarbij onder andere de vermogens van families die geen nabestaanden hadden worden gerestitueerd aan de Joodse gemeenschap. 
 
 
4.  Bent u tevreden over de uitkomsten van het overleg?
 
Ja, ik ben redelijk tevreden. Ik vind dat het overleg goed is gegaan. Aanvankelijk leek het een bijna onneembare horde, maar uiteindelijk zijn we tot een erkenning van morele aanspraken gekomen. Vergeet niet dat de restitutie belastingvrij is en ook niet van de Wuv-uitkering wordt afgetrokken. 
 
 
5.  Was het de moeite waard?
 
Ik denk dat als je terugkijkt de discussie wel degelijk de moeite waard is geweest. Met de restitutie is ook een spijtbetuiging over het naoorlogse gedrag gepaard gegaan en dat is heel bijzonder. Voor veel mensen is het een afsluiting van een materieel probleem. Er zijn natuurlijk ook mensen die zeggen dat je nooit kunt vergoeden wat er is gebeurd.
 
 
6.  Hoe wordt het geld uitgekeerd?
 
Wij gaan dat geld verdelen onder de oorlogsgetroffenen. Er komt een speciale uitvoeringsorganisatie die dit gaat doen. Van oorlogsgetroffenen die inmiddels zijn overleden komen de kinderen in aanmerking. Als mensen geen aanspraak willen maken op het geld gaat het naar Joodse doelen in Nederland. 
 
 
7.  Is het boek nu gesloten?
 
Geestelijk en emotioneel nooit! Maar materieel, geloof ik, kan het boek wat betreft de overheid en de verzekeraars wel dicht.
 
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het CJO tel: 070-3631965, email: cjo@cjo.nl 

Interview: Ellen Lock, SVB/PUR-cliëntenblad Aanspraak Juni 2000