De strijd voor schadeloosstelling van ex-dwangarbeiders

Pieter Bosman over schadeloosstellingen voor Nederlandse ex-dwangarbeiders

1.  Wat is uw achtergrond en welke betrokkenheid heeft u bij de schadeloosstelling?
In 1996 ben ik als directeur bij de Stichting Burgeroorlogsgetroffenen (SBO) in Apeldoorn komen werken, daarvoor was ik werkzaam bij het Ministerie van Justitie. Met ingang van 1 januari 1999 is de Vereniging Ex-dwangarbeiders Nederland in de SBO opgegaan. Eind september 1998 zijn er vragen in de Tweede Kamer over de schadeloosstelling gesteld. Wij hebben toen voorgesteld om een meldpunt voor ex-dwangarbeiders in het leven te roepen. 

2.  Waarom is er niet eerder actie ondernomen?
Pas in 1997 gingen veel ex-dwangarbeiders in Amerika gezamenlijk rechtszaken voeren tegen Duitse bedrijven en de Duitse overheid. Hierdoor raakte de zaak voor de schadeloosstellingen in een stroomversnelling. Een zestal Duitse bedrijven en de Duitse overheid wilden ex-dwangarbeiders voor eens en altijd schadeloosstellen. Zij gingen samen met Amerika in onderhandeling met twee Midden-Europese en drie Oost-Europese landen, dus niet met Nederland. Van de 10 miljard DM die nu door Duitsland is toegezegd, zal er 800 miljoen onder ex-dwangarbeiders in de rest van de wereld worden verdeeld, waaronder Nederland.

3. Zijn er voldoende bewijzen?
Om in aanmerking te komen voor de Duitse vergoedingen moeten ex-dwangarbeiders voldoen aan bepaalde voorwaarden. Er komt over deze voorwaarden in Duitsland een wetsontwerp en zodra dit van kracht wordt, zal een internationale stichting het geld uitkeren. 

4.  Bent u tevreden over de uitkomsten van het overleg?
Naar aanleiding van de grote publiciteitscampagne in 1999 hebben wij veel positieve reacties ontvangen. Tot nu toe zijn er een kleine 25.000 steunbetuigingen bij ons binnengekomen op de oproep in de dagbladen voor schadeloosstelling voor ex-dwangarbeiders. Mensen waren verheugd dat er eindelijk iets ging gebeuren. Ik ben blij dat er nu wat meer duidelijkheid is. Maar ik ben teleurgesteld over het bedrag dat voor Nederlandse ex-dwangarbeiders beschikbaar is. 

5. Wat betekent het voor uw groep?
De onderhandelingen hebben ruim een jaar geduurd voordat er schot in zat. Er zijn verwachtingen gewekt bij mensen. Een heleboel ex-dwangarbeiders zullen echter ook nu niet in aanmerking komen vanwege de strenge voorwaarden die er in het Duitse wetsontwerp aan de ex-dwangarbeiders worden gesteld. Erkenning betekent veel voor deze groep. Ik heb bij de onthulling van het nationaal monument voor ex-dwangarbeiders in 1996 grote mannen zien huilen als kleine kinderen. 

6.  Hoe wordt het geld uitgekeerd?
Voor de Nederlandse ex-dwangarbeiders wil de SBO een uitvoeringsorganisatie in het leven roepen, die cliënten begeleidt bij de verdere afwikkeling van de schadeloosstellingen.

7. Is het boek nu gesloten?
Ex-dwangarbeiders voelen zich nog steeds zeer ondergewaardeerd. Het zijn geen praters, vaak spreken ze hier niet eens met hun vrouw en kinderen over. De gesprekken met Duitsland zijn afgerond. We zijn nog in gesprek met de Nederlandse overheid en willen ex-dwangarbeiders desgewenst helpen met een aanvraag voor de Wubo. 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Project Schadeloosstelling Nederlandse Dwangarbeiders WOII 055 522 03 00.

Interview: Ellen Lock, SVB/PUR-cliëntenblad Aanspraak Juni 2000