Hoe verbreek je de stilte over ‘De Holocaust door kogels’?

Priester Patrick Desbois, spreker bij de ‘Nooit Meer Auschwitz’ Lezing 2023

De Franse priester en Holocaust-onderzoeker Patrick Desbois zal op 25 januari 2023 gastspreker zijn bij de ‘Nooit meer Auschwitz’ Lezing in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Jaarlijks wordt een prominente spreker uitgenodigd die zich bijzonder inzet voor de strijd tegen antisemitisme, racisme en discriminatie.

Priester Patrick Desbois is directeur van het Franse Bisschoppelijk Comité voor relaties tussen de Katholieke Kerk en het Jodendom. Hij is adviseur van het Vaticaan voor Joodse aangelegenheden en voorzitter en medeoprichter van de organisatie Yahad-In Unum (ofwel: Samen - In Een). Dit is een initiatief van de Katholieke Kerk en het Joods Wereldcongres om samen te werken aan gemeenschappelijke goede doelen, waaronder het onderzoek naar de Oost-Europese nazi-genocide. Voor zijn onderzoekspublicatie ‘Holocaust door kogels’ ontving hij in 2008 de National Jewish Book Award in de Verenigde Staten.

Patrick Desbois zal bij deze gelegenheid de Annetje Fels-Kupferschmidt Onderscheiding uitgereikt krijgen, ter nagedachtenis aan de erevoorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité (1914-2001). De ‘Nooit meer Auschwitz’ Lezing wordt georganiseerd door het Nederlands Auschwitz Comité, het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies en de Sociale Verzekeringsbank. Ter introductie van zijn Engelstalige lezing vindt u hier alvast een interview met Patrick Desbois.

Patrick Desbois in Borodyanka regio Kiev, juni 2022, Foto: Les Kasyanov.

Priester Patrick Desbois zocht jarenlang de ware toedracht van zijn grootvaders oorlogsverleden

‘In mijn jeugd tijdens familiebezoeken in het huis van mijn grootouders in Bourgondië vielen er altijd pijnlijke stiltes als de naam van het nazikamp Rava-Ruska werd genoemd. Mijn grootvader sprak er met geen woord over!’, vertelt Patrick Debois. Van 1942 tot de bevrijding in 1945 had zijn grootvader Claudius Desbois er met 25.000 Belgische en Franse krijgsgevangenen vastgezeten. Daardoor wilde Patrick Desbois op latere leeftijd zelf naar de plek des onheils in Oekraïne: ‘Zestig jaar later ontdekte ik in dit dorp Rava-Ruska dat de ooggetuigen evenals mijn grootvader de oorlogsgebeurtenissen bleven verzwijgen. Hierdoor werd ik alleen maar nieuwsgieriger en uiteindelijk mondde dit uit in meer onderzoek.’

Portret van mijn grootvader Claudius Desbois, 1943, Foto: Familiealbum Patrick Desbois

Wat maakte dat u zo geïnteresseerd raakte in het onderwerp van uw onderzoek ‘De Holocaust door kogels’?

‘Het is inderdaad niet zo vanzelfsprekend dat een niet-Joodse Fransman uit Bourgondië, geboren in 1955 in de stad Chalon-sur-Saône, juist zo betrokken kan raken bij dit onderwerp van de genocide in Oost-Europa. Bij mijn grootouders viel er altijd een pijnlijke stilte als de woorden ‘kamp Rawa-Ruska’ werden genoemd door familie of vrienden die op visite kwamen. Mijn grootmoeder begon hierbij te huilen, dus het moest wel iets heel ergs zijn geweest, maar mijn grootvader Claudius Desbois sprak er met geen woord over. Toen ik hem als zevenjarig kind naar het kamp vroeg, kreeg ik alleen maar te horen: “Voor ons in het kamp was het moeilijk; er was niets te eten, er was geen water, we aten kruiden en paardenbloemen. Maar voor de anderen was het erger.” Wat ik ook probeerde, meer kreeg ik niet van hem te horen. Op mijn twaalfde zag ik in een bibliotheekboek voor het eerst de fotobeelden uit het kamp Bergen-Belsen. Toen begreep ik het geheim van mijn grootvader: ‘De anderen’ dat zijn de Joden!

Sinds die dag probeer ik erachter te komen waarvan hij ooggetuige is geweest. Daardoor wilde ik op latere leeftijd terug naar deze plek des onheils, Rava-Ruska betekent ‘Russisch’ Rava. In 1942 werd mijn grootvader door de Duitsers gevangen genomen. Hij was met 25.000 Belgische en Franse krijgsgevangenen naar dit nazikamp in Oekraïne gebracht en hij heeft er tot de bevrijding vastgezeten. Zestig jaar later ontdekte ik in dit dorp Rava-Ruska dat de ooggetuigen evenals mijn grootvader de oorlogsgebeurtenissen bleven verzwijgen. Hierdoor werd mijn nieuwsgierigheid nog meer gewekt en ik keerde er meerdere malen terug.’

Hoe verkreeg u de historische kennis voor uw onderzoek over de Oost-Europese Jodenvervolging?

‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik geen historicus ben, maar vroeger een wiskundeleraar ben geweest, die uiteindelijk priester is geworden. Om de Joden beter te begrijpen verdiepte ik mij eerst in hun geschiedenis. Ik leerde Hebreeuws en deed cursussen in het Yad Vashem in Jeruzalem over antisemitisme. Daar hoorde ik voor het eerst dat er vóór het vernietigingskamp Auschwitz al vanaf juni 1941 nazi-commandotroepen, de Einsatzgruppen werden ingezet om zoveel mogelijk Joden, Roma, homoseksuelen, geestelijk gehandicapten en politieke tegenstanders te vermoorden.’

Wat is het belang van de niet-Joodse getuigen voor uw onderzoek?

‘In 2002 organiseerde ik een katholieke groepsreis naar de kampen Auschwitz en Belzec in Polen met gespecialiseerde gastsprekers. In Auschwitz werkte ik samen met de Italiaanse Holocaust-onderzoeker Marcello Pezzetti, die me duidelijk maakte dat veel sporen van de oorlog niet zichtbaar zijn en dat je deze met goed bodem- en archiefonderzoek weer kunt ontdekken. Je moest voortaan als een rechercheur kijken naar de plaats van het delict. Hij vertelde dat alle omwonenden ervan wisten, omdat er geen muren om het kamp stonden, alleen prikkeldraad. Het gebeurde dus juist niet in het geheim, zoals altijd wordt gezegd, maar mét medeweten van de omwonenden. Het is dus van groot belang voor ons onderzoek om de getuigen van toen nog te kunnen interviewen!

In kamp Belzec ontmoet ik de niet-Joodse getuigen: de bakker die het brood voor het kamppersoneel bakte, omwonenden die het prikkeldraad moesten aanbrengen of de barakken moesten bouwen. Ik besefte dat de nazi’s vrijwel overal alle omwonenden tewerkstelden bij het uitvoeren van de genocide. In de Oekraïne deden we het dorp Rava-Ruska aan, waar ik ontdekte dat er van kamp 325 - waar mijn grootvader gevangen zat - niets over was, dan alleen een gehavend gedenkteken. Terug in Frankrijk zocht ik andere overlevenden van dit kamp op en toonde hen een foto ervan. We besloten een nieuw gedenkteken te plaatsen.

In juni 2002 reisde ik er samen met kampoverlevende René Chevalier en zijn gezin naartoe om het gedenkteken te bezoeken. De oude Sovjet-gezinde burgemeester vertelde dat er niets over was van het kamp en ontkende dat er massagraven van Joden waren. Helaas wilde geen enkele dorpsbewoner er met ons over praten en we kregen alleen massagraven van Sovjetgevangenen te zien. In 2003 ging ik er voor de plaatsing van het nieuwe gedenkteken naartoe en om de massagraven van Joden te vinden. Ik ontdekte via een oude accordeonspeler dat het hele kamp juist nog wel intact was en dat het monument 300 meter verderop in het bos was geplaatst, zodat er zogenaamd geen resten van het kamp zichtbaar waren!’

Hoe lukte het u om de stilte over de massagraven te verbreken?

‘Bij mijn bezoek aan het dorp Rava-Ruska in 2004 hoorde de nieuwe burgemeester Yaroslav van mijn jarenlange zoektocht naar getuigen. Tot mijn grote verrassing stond hij al met zijn auto op mij te wachten. Hij zei: “Ga mee, ik heb vijftig getuigen voor je!” We reden naar het bos en er stonden vijftig ouderen in een halve cirkel op mij te wachten bij het massagraf. Helaas had ik nog geen cameraman of recorder bij me. Elke persoon vertelde in een paar minuten wat hij werkelijk had gedaan in de oorlog en ging naar huis. Ik luisterde hoe zij hadden gezien dat alle Joden uit het hele dorp binnen één dag werden vermoord door Duitsers met mitrailleurs. Als tieners werden zij tewerkgesteld als grafdelvers, -duwers of -aanstampers. Schaamte, verdriet hoorde ik in hun verhalen en de pijnlijke stiltes waren nadrukkelijk aanwezig. Daarnaast zag ik ook opluchting, want ze hadden er nooit eerder over gesproken. Aan het einde van de middag was ik alleen over met burgemeester Yaroslav, die toen zei: “Patrick, wat ik nu voor je heb gedaan met één dorp, dat kan ik voor je doen met honderd dorpen. Wil je dat?” En ik antwoordde: “Ja!” Als ik hem niet had ontmoet, had ik nooit ons onderzoek naar de ‘Holocaust door kogels’ kunnen doen.’

Wat is het doel van uw onderzoeksorganisatie Yahad - In Unum?

‘Terug in Parijs in 2004 zocht ik contact met de aartsbisschop van Parijs, Kardinaal Jean-Marie Lustiger, wiens Pools-Joodse familie op dezelfde wijze met kogels was vermoord. Hij steunde mijn idee om meer onderzoek naar de Oost-Europese nazi-massagraven te doen. Samen met de Franse leiders van de Katholieke Kerk en van de Joodse gemeenschappen richtten we een onderzoeksorganisatie op om gezamenlijk de massagraven van Joodse slachtoffers van de mobiele moordeenheden van de nazi’s, de Einsatzgruppen, tijdens de Tweede Wereldoorlog in Oost-Europa in kaart te brengen. We noemden deze joods-katholieke organisatie Yahad - In Unum, wat ‘Samen - In Een’ betekent. Ons doel is om getuigenissen van ooggetuigen van deze massamoorden te verzamelen. Om respectvol naar de doden en hun nabestaanden te zijn. We willen bekendheid aan deze onderbelichte geschiedenis geven via het onderwijs en via de media. Onze organisatie wil de stilte verbreken rond deze te lang verborgen oorlogsgeschiedenis van de Holocaust door kogels.’

Wat zijn de resultaten van uw onderzoek?

‘Inmiddels heeft Yahad-In Unum onderzoek gedaan naar vele executieplaatsen en 8.000 getuigenissen verzameld in zeven landen – Oekraïne, Wit-Rusland, Rusland, Polen, Roemenië, Moldavië en Litouwen. Samen met de ooggetuigen gaan we met ons onderzoeksteam naar de plek van het misdrijf met een vaste tolk, een archivaris, een fotograaf, een cameraman, een technisch rechercheur en een kogelonderzoeker. We maken gebruik van de Duitse archieven van de gerechtshoven uit de Tweede Wereldoorlog en die van de Russen over de nazi-massagraven die zij na de Tweede Wereldoorlog traceerden en waarvan kopieën zijn te vinden in het Holocaust Memorial Museum in Washington en in het Yad Vashem in Jeruzalem. Tot nu toe was er in West-Europa weinig bekend over deze wreedheden, want er zijn zo weinig overlevenden en de ooggetuigen spraken er niet over. We deden veel bodemonderzoek bij de massagraven en vonden met een metaaldetector veel kogels, die we besloten te bewaren als bewijsmateriaal van deze ‘Holocaust door kogels’. We wilden onze onderzoekservaringen met een groter publiek delen dan alleen met wetenschappers, daarom schreef ik hierover het boek ‘Holocaust door kogels’ in 2008.

In nog geen twee jaar tijd, van juni 1941 tot de lente van 1943, zijn naar schatting 1,5 miljoen Joden vermoord in de Sovjet-Unie van destijds door Duitse mobiele moordeenheden. Deze zogenoemde ‘Einsatzgruppen’ verzamelden alle Joden, Roma, geestelijk gehandicapten, verzetsstrijders, homoseksuelen en politieke tegenstanders uit de dorpen en steden in vrachtwagens. Ze leidden de slachtoffers naar het bos of het platteland en executeerden hen op de rand van het massagraf met één kogel per slachtoffer. Er werden steeds vijf man tegelijk gefusilleerd, zodat ze hen sneller konden tellen. Om kogels te sparen werden velen levend begraven. We hoorden alle details van de ooggetuigen over deze onderbelichte Holocaust. En we merkten terwijl we de interviews filmden dat de Oost-Europese ooggetuigen van die massamoorden nog steeds bang zijn om iets te zeggen, omdat zij in de Sovjettijd nergens over mochten praten. Het herdenken ging in die tijd officieel altijd alleen om Russische slachtoffers.’

Wat heeft uw onderzoeksteam ontdekt?

‘Dankzij de vele interviews met ooggetuigen ontdekten we steeds dezelfde nazi-werkwijze om juist buiten de kampen alle slachtoffers uit het dorp of de stad binnen 24 uur te vernietigen. Een twintigtal gewapende Duitse jongemannen executeerde de slachtoffers bij een van te voren gegraven massagraf volgens een strak schema, overal met tewerkstelling van de lokale bevolking. Bij onze eerste bevindingen dacht ik nog, wat zijn de Oekraïners slecht dat ze hieraan meewerkten, maar exact hetzelfde gebeurde op klaarlichte dag in alle Oost-Europese landen. De interviews met ooggetuigen over deze nazi-werkwijze en ons onderzoek ernaar in diverse archieven zijn gedocumenteerd in mijn tweede publicatie ‘In Broad Daylight’ in 2015. Heinrich Himmler bleek er heel precieze instructies over te hebben geschreven, die ik in een Duits oorlogsarchief heb teruggevonden. Als de nazi’s je onder schot hielden, dan werkten de meeste omwonenden mee. We ontdekten dat we niet één land in kaart moesten brengen maar een heel continent: van Polen tot de grens met Azerbeidzjan. En we weten nu dat waar bossen zijn, daar zijn massagraven.’

Coverfoto van ‘In Broad Daylight’

Waarom oordeelt u niet over de mensen die u een getuigenis laat afleggen?

‘Net als een rechercheur bij een moordzaak, gaat het ons alleen om de getuigenissen van de moorden, niet of de ooggetuigen goed of fout waren. We stellen ons oordeel uit om de waarheid te vinden voor de nabestaanden door al het bewijsmateriaal te verzamelen. Om zo de werkelijke toedracht van de massamoord te kunnen aantonen per locatie. Niemand van de buurtbewoners kon protesteren. Als er bij de onderduikverleners Joden werden ontdekt, werden zijzelf op het dorps- of stadsplein op gruwelijke wijze vermoord als afschrikwekkend voorbeeld. Toch zijn er na de Tweede Wereldoorlog nog 2.000 Yad Vashem-onderscheidingen aangevraagd voor Oekraïners die wel Joden hebben geholpen te vluchten of onder te duiken. Je kunt dus niet iedereen over één kam scheren.’

Wat zijn de eerste voortekenen van een genocide?

‘Propaganda van een groep of van de staat is het eerste teken dat een deel van de bevolking ‘geen deel uitmaakt van de bevolking’. Zodra de machthebbers of protestleiders gaan beweren dat het goede deel het foute deel moet uitschakelen, gaat het al mis. Je kunt mensen zo makkelijk hersenspoelen. Nu ook via de sociale media. Die ideeën zijn al gevaarlijk, want ze leiden vaak van kwaad tot erger. Het is makkelijker te zeggen dat iemand inferieur is, dan dat iemand je gelijke is. De ‘inferieure’ minderheid kun je beschuldigen van alle problemen en dat geloven mensen snel. Propaganda moet je nooit onderschatten, want dit kan leiden tot massamoord. We denken liever dat mensen goede intenties hebben, maar dat is helaas niet zo. Dat idee wil er bij ons niet in en daarom verdraaien we graag de werkelijkheid hierover. Ook het bewust weglaten van informatie is propaganda. Onlangs keek ik bijvoorbeeld in de oorlogskranten van de dag na het deporteren van Joden uit Parijs en niemand noemde dit, alsof het niet was gebeurd. Daarom zijn de getuigenissen van omstanders zo belangrijk, om dit stilzwijgen over de genocide in welke vorm dan ook te verbreken. Daar gaat mijn volgende publicatie over.’

Priester Patrick Desbois, Foto: CJC Georgetown University

Waarom is het belangrijk om stil te staan bij Holocaust Memorial Day?

‘We moeten als Europa deze inktzwarte bladzijden van onze geschiedenis onder ogen durven zien, om zo verder te kunnen met het berechten van de daders van genocide wereldwijd. We moeten onderkennen dat een ideologie het bewustzijn zo kan misleiden dat de ander niet meer als mens wordt gezien.

In 2018 ontving de vijfentwintigjarige Jezidi-mensenrechtenactiviste Nadia Murad de Nobelprijs voor de Vrede voor het opkomen voor vervolgde Jezidi’s en de slachtoffers van seksueel geweld door ISIS in Irak. Maar mensen vergeten genocide erg snel. Dat is waarom wij nog steeds met de Jezidi’s samenwerken en twee rechtszaken in Duitsland voeren met beschermde Jezidi-getuigen om twee ISIS-vrouwen te berechten. Ons team werkt in het verleden en in het heden.

De huidige massamoordenaars kennen dit principe van ‘genocide door kogels’ maar al te goed en kopiëren deze werkwijze. Ze weten dat de meeste mensen in crisis- of oorlogstijden eerst aan hun eigen veiligheid denken en niet ingrijpen bij het zien van misdaden ten opzichte van anderen. Daarnaast beseffen we vanuit ons Westers perspectief vaak niet dat de meerderheid van landen in de wereld geen onderwijs over de Holocaust geeft of zelfs ontkent dat het is gebeurd. Daarom is goed onderwijs zo belangrijk. De hele planeet kent de namen van Hitler en Anne Frank, maar hoeveel mensen kennen daadwerkelijk de complete geschiedenis de Holocaust, ook die door kogels in de bossen van heel Oost-Europa? Daarom zoeken wij verder naar bewijsmateriaal van genocides om erover te blijven onderwijzen en erbij stil te staan uit respect voor ieder slachtoffer.’

Interview: Ellen Lock, December-editie 2022, SVB/PUR-cliëntenblad Aanspraak.

Reserveren toegangsbewijzen ‘Nooit Meer Auschwitz’ Lezing 2023

Voor de Engelstalige ‘Nooit Meer Auschwitz’ Lezing door Patrick Desbois op woensdag 25 januari 2023 in het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam, is een beperkt aantal toegangsbewijzen beschikbaar.

U kunt zich, zolang er plaatsen beschikbaar zijn, voor de lezing inschrijven tot 15 januari 2023 via: www.aanmelder.nl/nmalezing2023

Voor de actuele coronavoorschriften dient u www.aanmelder.nl/nmalezing2023 te raadplegen. De zaal is open om 14.30 uur, de lezing begint om 15.00 uur en duurt tot 16.30 uur. Aansluitend is er tot 18.00 uur gelegenheid om na te praten.