‘Kwalitatief goede dienstverlening bij de SVB tot de laatste oorlogsgetroffene gegarandeerd!’

Staatssecretaris Jet Bussemaker (VWS) en Staatssecretaris Jetta Klijnsma (SZW) dragen zorg voor een goede overgangswet van de PUR naar de SVB

Foto: Ellen Lock.

Begin februari 2010 is er een afgerond voorstel naar de Tweede Kamer gegaan voor de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen (Wuvo), waarin de overdracht van taken van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB) wordt geregeld. Het werk van beide staatssecretarissen zit er op. Nu is het afwachten of de wet door beide Kamers wordt goedgekeurd. Als dat zo is, kunnen de uitvoerende taken van de PUR per 1 januari 2011 worden ondergebracht bij de SVB in Leiden.

Wat is uw persoonlijke betrokkenheid bij de overgang van de PUR naar de SVB?

Jet Bussemaker: ‘Als verantwoordelijk staatssecretaris voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen moet ik zorgdragen voor een goede en verantwoorde overgang. Ik ben verantwoordelijk voor de PUR en ik blijf ook na 2011 verantwoordelijk voor de toekomstige wetsuitvoering binnen SVB verband. Ik vind het van het allergrootste belang dat we in lijn met de ereschuld en bijzondere solidariteit die blijft gelden voor onze doelgroep daar ook bij deze overgang vorm aan weten te geven.’

Jetta Klijnsma: ‘Ik ben verantwoordelijk voor de SVB in de brede zin van het woord. Ik spreek dan ook regelmatig met de voorzitter van de raad van bestuur van de SVB, Erry Stoové, die naar mij terugkoppelt wat er speelt bij de SVB en dus straks ook over de wetsuitvoering voor oorlogsgetroffenen. Inhoudelijk ga ik niet over de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen.’ Jet Bussemaker: ‘Erry Stoové is zeer betrokken bij onze doelgroep, niet alleen als voorzitter van de SVB, maar ook vanwege zijn Indische achtergrond en zijn rol als voorzitter van het Indisch Herinneringscentrum in Bronbeek. In die hoedanigheid kom ik hem vaak tegen. Er is hem veel aan gelegen om de overgang van de huidige PUR taken naar de SVB zo goed mogelijk te laten verlopen.’

Waar staan we nu met het wetsvoorstel voor de overgang dat in de Tweede Kamer voorligt en wat komt er nog aan?

Jet Bussemaker: ‘We hebben ontzettend veel werk voor dit wetsvoorstel verricht. In dit wetsvoorstel wordt geregeld dat de PUR beslist over de toelating tot de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en dat de SVB zorg draagt voor de uitvoering ervan en dus voor cliënten die al eerder tot deze wetten zijn toegelaten. Het uitvoeringsbestel moest worden herzien omdat het cliëntenbestand afneemt. Daardoor moet de PUR ook afslanken. Op termijn zou de PUR te klein worden om als zelfstandige organisatie verder te kunnen. Vandaar dat gezocht is naar een stabiele en grotere organisatie waarbinnen een aparte eenheid voor de wetsuitvoering op de lange termijn diezelfde kwaliteit van dienstverlening kan blijven bieden. Er is ook een brief van mij naar de Tweede Kamer gegaan waarin de plannen over de exacte voortgang op dit beleidsterrein worden toegelicht. Alle cliëntenorganisaties hebben ingestemd met de manier waarop de overgang van de PUR naar de SVB is geregeld. Ik moet zeggen dat ik daar heel blij mee ben, want er bestond natuurlijk veel angst en onzekerheid of het allemaal wel goed zou gaan met de materiële zorg in de toekomst. Bij deze zeer kwetsbare groep heb ik er samen met mijn medewerkers alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat we eventuele bezwaren weg konden nemen. En dat belangrijke onderdelen, waaronder de cliëntenraad en het informatiemagazine Aanspraak, gewoon kunnen blijven voortbestaan. De cliënt zal verder niets merken van de overgang.’

Jetta Klijnsma: ‘Vanuit mijn ervaring met de SVB weet ik dat het een uitvoeringsorgaan is dat heel zorgvuldig werkt. Op het Ministerie van SZW krijg ik vrijwel geen klachten binnen over de SVB en de Ombudsman evenmin. De SVB neemt pas iets onder haar hoede als ook heel zeker en helder is dat men dit ook kan uitvoeren. Ik vind dat ze dat heel netjes en zorgvuldig doen. Ze doen het bovendien prima qua klantvriendelijkheid. Net zoals bij de PUR de gewoonte is, heeft ook de SVB als beleid dat je altijd met een mens met verstand van zaken kunt spreken. Dat is voor de cliënten van de PUR een goed vooruitzicht.’

Kunt u iets zeggen over de rol van de kwartiermakers, respectievelijk Hans Dresden bij de PUR en Matt Kemp bij de SVB?

Jetta Klijnsma: ‘Matt Kemp werkt al heel lang bij de SVB en geniet het vertrouwen van zijn medewerkers om de rol van kwartiermaker te kunnen vervullen. Hij kent de organisatie tot in de haarvaten en hij wil precies weten wat uitvoering van deze taak voor zowel de cliënten als voor de medewerkers betekent.’

Jet Bussemaker: ‘Dat geldt ook voor de kwartiermaker bij de PUR, mevrouw Hans Dresden. Zij heeft een jarenlange ervaring en wordt zeer gewaardeerd als voorzitter van het College van Raadskamers binnen en buiten de PUR . Ik kom haar ook overal tegen in het veld voor oorlogsgetroffenen en nu weer aan tafel voor deze overgangswet. Ik heb het volste vertrouwen dat Hans Dresden en Matt Kemp samen de voorbereiding voor de overgang van de PUR naar de SVB inhoudelijk goed zullen regelen en dat alles tegen die tijd goed in orde zal zijn. We hebben regelmatig overleg met hen. Ik heb gemerkt dat ze kunnen rekenen op de steun van beide organisaties en dat werkt heel prettig.’

Wanneer verwacht u een reactie van de Tweede Kamer op het wetsvoorstel?

Jet Bussemaker: ‘In november 2008 heb ik een uitgebreid overleg met de Kamer gehad over de contouren van dit wetsvoorstel. Alle hoofdlijnen zijn toen al gepresenteerd en hadden de goedkeuring van de Kamer. Sindsdien is het wetsvoorstel heel intensief met de klankbordgroep besproken. Die groep is speciaal hiervoor in het leven geroepen en vertegenwoordigd alle belangengroepen rond de PUR. Ook de cliëntenraad van de PUR was hierin vertegenwoordigd. De continuïteit van de materiële zorg voor deze doelgroep en van de goede dienstverlening die men bij de PUR gewend is, willen wij bij deze overgang naar de SVB garanderen. Het is aan de Kamer om aan de definitieve wet goedkeuring te geven. Mijn indruk is dat we in ieder geval kunnen rekenen op een breed draagvlak voor deze overgang en ik verwacht niet veel problemen. We moeten er nu alles aan doen om de kwartiermakers hun werk zo goed mogelijk te laten doen, zodat de definitieve overgang per 1 januari 2011 kan plaatsvinden en de materiële zorg voor cliënten wordt geborgd.’

Welke adviezen van belangengroepen en de cliëntenraad heeft u ter harte genomen en welke niet?

Jet Bussemaker: ‘Ik heb naar hen geluisterd en een aantal van hun adviezen overgenomen. Zij brachten veel punten naar voren wat betreft garanties voor de kwaliteit van dienstverlening. Ook zal op hun verzoek op het SVB-briefpapier een verwijzing staan naar de PUR en zal het cliëntenblad Aanspraak blijven bestaan. Ik heb één verzoek niet volledig kunnen overnemen: ‘Wat te doen als de SVB regels niet uitvoert zoals de PUR dat deed.’ Daarbij verlangden de cliëntenorganisaties van mij dat ik de SVB dan tot de orde zou roepen. Dat verzoek heb ik niet ingewilligd omdat je niet twee kapiteins op een schip kunt hebben en dan zou ik in het vaarwater zitten van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, omdat zij verantwoordelijk is voor de SVB. Hier hebben we fikse discussies over gehad met de klankbordgroep. We hebben daar de constructie voor gevonden dat de SVB de beleidsregels van de PUR volgt en advies aan het college van Raadskamers moet vragen als de PUR-beleidsregels geen uitsluitsel geven. Hun advies zal alleen bij zeer zwaarwegende argumenten niet opgevolgd hoeven te worden. Ik ben de klankbordgroep dankbaar dat ze ook naar mij hebben geluisterd, omdat niet alles wat ze voorstelden haalbaar was. Ik ben blij met het begrip en de opbouwende houding van de klankbordgroep. Mogelijk zullen Jetta Klijnsma en ik soms samen zaken moeten oplossen, maar ik blijf aanspreekbaar en verantwoordelijk voor de eenheid voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen binnen de SVB.’

Jetta Klijnsma: ‘De SVB heeft natuurlijk als primaire taak alle sociale verzekeringen toe te passen en is gewend aan het werken met - ook oudere - cliënten. Zo’n overgang en zo’n samenwerkingsverband tussen twee ministeries en een uitvoeringsorganisatie van wetten en regelgeving is in de politiek eerder vertoond en we zullen daar samen zeker uitkomen. Wat voor cliënten van de PUR aangenaam kan zijn in deze samenwerking met de SVB, is dat de SVB er naar streeft dat de dienstverlening aan de cliënt excellent is. Een goed contact met de cliënt is heel belangrijk.’

Jet Bussemaker: ‘En wat natuurlijk erg belangrijk is, is dat de medewerkers van de PUR die meegaan verstand van zaken hebben en betrokkenheid bij de doelgroep en begrip voor hun situatie. Een groot deel van de medewerkers van de PUR gaat mee naar de SVB.’

Hebben de PUR en de Stichting Pelita met het Project Gerichte Benadering alles geprobeerd om de potentiële cliënten uit de Indische doelgroep te bereiken?

Jet Bussemaker: ‘Ja, ik ben onder de indruk van het aantal aanvragen dat dit Project Gerichte Benadering toch heeft opgeleverd. De PUR en Pelita hebben aangetoond dat zij alles hebben gedaan om de potentiële cliënten in het binnen- en buitenland te wijzen op de mogelijkheden en onmogelijkheden van de wetten voor oorlogsgetroffenen. Het project is nagenoeg afgerond en ik denk dat we alles geprobeerd hebben om de laatste rechthebbenden onder de werking van de wet te krijgen. De doelgroep van de PUR is al op leeftijd, dus het aantal eerste aanvragen neemt af. Ik verwacht niet dat het aantal eerste aanvragen in de toekomst nog groot zal zijn. Uiteraard blijven de wetten nog altijd open voor nieuwe aanvragen.’

Wat is de rol van de buitenlandse posten in de nieuwe situatie bij de SVB?

Jet Bussemaker: ‘Ik heb met de minister van Buitenlandse Zaken (BZ), Maxime Verhagen, duidelijke afspraken gemaakt over de kwaliteit van de dienst- verlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen buiten Nederland. In november 2009 spraken de PUR, de SVB en het ministerie van BZ over de toekomst van de dienstverlening aan de doelgroep in het buitenland. Voor een goede dienstverlening aan personen die buiten Nederland een beroep doen op één van de Nederlandse oorlogswetten, werkt de PUR - en vanaf 1 januari 2011 ook de SVB - nauw samen met de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging. Er komt meer voorlichting via de website en er zal meer Engelstalige voorlichting komen. De Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in het buitenland blijft op verzoek informatie over de oorlogswetten verstrekken. De kwaliteit van de dienstverlening blijft ook buiten Nederland gegarandeerd.

Naast de uitvoering van de wetten zijn er ook andere contacten met het buitenland. Zo heb ik net de consul- generaal van Vancouver op bezoek gehad omdat ik naar de Olympische Winterspelen in Vancouver ga. Maar in Vancouver en Toronto zit ook een grote groep oorlogsgetroffenen die ik zal bezoeken. Daarnaast zal ik een school bezoeken en lesgeven aan de leerlingen over de oorlog in Nederland. Ik zou het leuk vinden als die Canadese scholieren mij bijvoorbeeld kunnen vergezellen bij een bezoek aan een bevrijdingsfestival in Nederland. Zo probeer ik een goede relatie met de buitenlandse posten te onderhouden. In 2009 ben ik naar Auschwitz en Sobibor geweest en daarvoor heb ik met overlevenden kamp Ravensbrück bezocht bij de herdenking. Mijn grote prioriteit is om in Sobibor een goede gedenkplaats te maken. Mijn ministerie ondersteunt vele projecten in het kader van het project ‘Erfgoed van de Oorlog’. We moeten ervoor zorgen dat nieuwe generaties deze oorlogsverhalen kunnen blijven horen. Zo is er op dit moment een mooi initiatief van twee mensen die met de overlevenden naar de kampen gaan en hun verhalen ter plekke filmen en op het internet plaatsen, zodat toekomstige bezoekers hun verhaal kunnen zien of downloaden op hun iPod als zij ook die kampen willen bezoeken. Daarnaast steunen wij financieel de professionele hulpverlening voor de Nebenkläger in het proces in München tegen Demjanjuk.’

Hoe is het bij de SVB geregeld voor het personeel van de PUR?

Jetta Klijnsma: ‘Uiteraard hebben we bij de SVB goede arbeidsvoorwaarden en werkplekken voor ons personeel en een vriendelijk personeelsbeleid. Er wordt goed gezorgd voor het personeel van de PUR dat meegaat en we willen graag de kennis waarborgen van de medewerkers van de PUR die meegaan. Het is belangrijk dat zij die kennis breed kunnen uitdragen binnen de SVB, zodat die behouden blijft voor de toekomst. Voor de cliënten is het belangrijk dat deze medewerkers met veel kennis van zaken dit werk voor de doelgroep zorgvuldig blijven doen en daarom is het voor de SVB belangrijk dat de PUR-medewerkers goed hun werk kunnen voortzetten binnen de SVB vestiging Leiden.’

Er was ongerustheid bij de cliënten over de waarborging van de privacy bij de SVB, is die angst weggenomen?

Jetta Klijnsma: ‘De bescherming van de persoonsgegevens is in alle vestigingen gegarandeerd. Spreekuren met cliënten van de PUR kunnen straks op meerdere vestigingen van de SVB in het land op afspraak worden gehouden. Op alle kantoren van de SVB is er een luisterend oor en kun je op afspraak van mens tot mens met elkaar praten en uitleg krijgen van de medewerkers. De SVB heeft ook zijn eigen klachtenprocedures en mensen kunnen natuurlijk altijd naar de Ombudsman.’

Jet Bussemaker: ‘Jazeker, dit was een punt dat zeer begrijpelijk vaak ter sprake kwam in de klankbordgroep. Wat dat betreft geeft de SVB exact dezelfde privacygarantie als de PUR op dit moment. Ook de SVB heeft professionals in dienst om de privégegevens van haar cliënten te beschermen. Men is gewend om zorgvuldig met persoonlijke en financiële gegevens van cliënten om te gaan. Men was bang dat cliënten van de PUR bij de SVB een nummer zouden zijn en met hun bijzondere achtergrond zou dat idee echt verschrikkelijk zijn. Vandaar dat we ervoor zorgen dat ze die persoonlijke aandacht die ze nu krijgen van de PUR vanaf 1 januari 2011 wordt voortgezet bij de SVB.’

Interview: Ellen Lock, PUR-cliëntenblad Aanspraak, Maart 2010